Holle vaten ... en zo
Gepubliceerd door Jaap Peters op 11 februari 2025
Collega Jan Treep van Rijnconsult schreef een rake column over functietitels bij een Gemeente. Het deed mij erg denken aan 'holle vaten klinken het hardst'. Onder zijn column op deze plek een Rijnlandse reflectie.
De afgelopen tijd ben ik (Jan Treep) in meerdere gemeentelijke reorganisaties verwikkeld geraakt. Dat klinkt misschien negatiever dan ik bedoel; het zijn namelijk meestal veelomvattende trajecten waar een hoop mee gemoeid is. Daarbij raakt dit type opdracht aan zo’n beetje alles wat we als bureau graag doen: besturing en inrichting, strategie, cultuur en leiderschap. En daarbij kom ik exotische functietitels tegen.
Hoofdstructuur en Span of Control
Een belangrijk onderwerp bij een reorganisatie is de hoofdstructuur: de vraag over ‘hoeveel lagen’ en welke leidinggevende posities er nodig zijn. Zeg maar het tekenen van ‘de hark’ (of een ander tuingereedschap) en dan vooral de werking ervan in de praktijk. Het gesprek over de span of control komt dan meestal snel op tafel. Daarbij gaat het vaak ook over de mate waarin een team en de teamleider gebruikmaken van één of meerdere ‘hulpconstructies’. Dit vind ik altijd iets fascinerends. Laten we eens wat verder inzoomen op dat fenomeen.
Hulpconstructies
Zo is er de coördinator – meestal een persoon die verantwoordelijk is voor de verdeling van het werk en op die manier ontzorgend werkt voor de teamleider. Dan heb je de senior – de expert op enkele onderwerpen binnen het team, en deze persoon pakt ook vaak begeleidingstaken op zoals het opleiden van minder ervaren collega’s. Tot zover duidelijke functies die een team en de teamleider verder helpen in het goed functioneren.
Categorie Wildgroei
Echter, er is ook de categorie ‘wildgroei’: de meest exotische titels, lang niet altijd met een duidelijke status of meerwaarde. Dit noemen we ook wel de ‘bijvoeglijk-naamwoorden-bingo’: toevoegingen die worden geplaatst voor de daadwerkelijke functietitel om een bepaalde lading of accent mee te geven aan de job. Een rijtje voorbeelden: specialist, ontwikkelaar, kwartiermaker, regisseur, strategisch regisseur, strateeg, groepsmanager. Ik ben laatst een ‘junior senior’ tegengekomen; hier was een hiërarchie ontstaan binnen de seniorrollen. Dit voorbeeld trof me zo dat ik sindsdien gespitst ben op wat er nog meer te ontdekken is op dit gebied.
Vakmanschap boven titels
Een Rijnlandse Reflectie
Binnen het Rijnlandse gedachtegoed draait het om de kernwaarden: vakmanschap, vertrouwen en verbinding. Wanneer ik kijk naar wildgroei aan functietitels, kan ik niet anders dan concluderen dat deze vaak meer afleiden dan bijdragen aan wat echt belangrijk is. Het Rijnlandse perspectief nodigt ons bij voorkeur uit om de focus te verleggen van titels naar de essentie: vakmanschap. De waarde van een medewerker wordt niet bepaald door een naamkaartje, maar door de kwaliteit van diens werk en de impact vervolgens op het geheel.
Vertrouwen en Eigenaarschap
Het gebruik van exotische titels kan wijzen op een gebrek aan vertrouwen in de autonomie van de medewerkers. Binnen het Rijnlandse gedachtegoed krijgen collega’s de ruimte om hun vak uit te oefenen zonder dat ze zich hoeven te profileren via ingewikkelde functietitels. Vertrouwen in ieders expertise maakt extra lagen en titels irrelevant.
Verbinding door Eenvoud
Een te complexe structuur van functietitels kan de verbinding tussen teamleden juist bemoeilijken. Het Rijnlandse gedachtegoed pleit voor helderheid en eenvoud om samenwerking te bevorderen en de hiërarchie te minimaliseren. Het gaat om het team en het gezamenlijk resultaat, niet om wie welke titel draagt.
Waarde in de Praktijk
Een functietitel heeft op zichzelf nog nooit het verschil gemaakt in het behalen van resultaten of een prettige samenwerking. Wat telt, is hoe iemand bijdraagt aan het grotere geheel. Het Rijnlandse gedachtegoed herinnert ons eraan dat echte meerwaarde ontstaat in de praktijk, in de interactie tussen mensen en niet in de woorden op een visitekaartje.
Less is More?
Overigens wordt soms onderscheid gemaakt in de gelaagdheid van functietitels omdat dit samenhangt met de functiewaardering. Maar dat moet vast op andere manieren op te lossen zijn. Voor de rest pleit ik voor ‘less is more’. Als we voor een functietitel de criteria ‘onderscheidend vermogen’ en ‘meerwaarde’ hanteren, dan kunnen we het al een stuk minder ingewikkeld maken. Bovendien heeft een functietitel op zichzelf nog nooit het verschil gemaakt in het behalen van resultaat of een prettige samenwerking, althans niet in mijn ervaring. Vanuit het Rijnlandse gedachtegoed kan ik alleen maar hopen dat deze bingo snel ophoudt. Tot die tijd blijf ik speuren naar nieuwe exoten en blijf ik pleiten voor een focus op wat echt belangrijk is: vakmanschap, vertrouwen en verbinding, kortweg de 3V’s.
NB: Met dank aan Jan voor de inspiratie.